CONCLUSIE

In dit onderzoek heeft u gezien dat ik deze vraag heb geprobeerd te beantwoorden door middel van het ontwikkelen en inrichten van een kunstlokaal, dit omdat de inrichting van een leeromgeving veel invloed kan hebben op het leerproces (Leraar24). Dit kunstlokaal is gebaseerd op de wensen voor het lokaal van vmbo-scholieren, welke vaak weinig te zeggen hebben over hun leeromgeving en wat ze hierbinnen moeten doen. Zij zijn vaak ongemotiveerd en zoeken afleiding door o.a. storend gedrag te vertonen. Door hun inspraak te geven kan de motivatie en dus enthousiasme voor het vak Kunst & Cultuur groeien, dit volgens de theorie van Participatief Lesgeven (Verbeek).

Daarnaast is gekeken naar andere kunst educatoren en hoe zij alternatieve (kunst educatieve) leeromgevingen vormgeven. Bijvoorbeeld door elementen van spel en plezier in te zetten die zo het enthousiasme voor het leren over en maken van kunst bevorderden. Verder is de SDT theorie van Ryan & Deci over hoe autonomie, relatie en competentie voor meer motivatie bij lerende zorgen ingezet. Deze drie elementen zijn verwerkt, in combinatie met de eerdergenoemde factoren, tot een kunstlokaal waarin vier werkplaatsen centraal staan in thema’s aan de hand van input van leerlingen. In deze werkplaatsen, samen het Participatieve Kunstlokaal, hebben drie vmbo-klassen les gekregen. Zij kregen tijdens de les veel vrijheid om sturing te geven aan hun creatieve proces (in een groepje) maar wel in combinatie met kaders die de leerlingen op weg hebben geholpen. Op deze manier hebben ze een kunstwerk gemaakt voor een bejaarde die ze eerder in de lesperiode hebben ontmoet.

In de tijd dat ik werkzaam ben op RVC De Hef heb ik deze leerlingen nog nooit zo enthousiast gezien. Door ze het vertrouwen te geven dat ze artistieke vaardigheden hebben en de nieuwsgierigheid te wekken door middel van visueel aantrekkelijke werkplaatsen is ervaren dat leerlingen enorm gemotiveerd aan het werk gingen. Ze mochten namelijk vanuit hun eigen kennis en capaciteiten werken in een kunstlokaal wat letterlijk uitnodigt en inspeelt op hun belevingswereld. Terwijl de moeilijkste klas, die mij weleens heeft laten huilen, aan het werk was in het Participatieve Kunstlokaal kon ik daadwerkelijk even gaan zitten om rond te kijken. Dit was voor het eerst in de vijf maanden dat ik hier werkzaam ben. Ook stonden leerlingen tijdens de uitleg al te popelen om aan de slag te gaan, ze vroegen “Mevrouw, mogen we al?” en waren al bezig met het ontdekken van de werkplaatsen en inbegrepen materialen. Dit bewijst de effectiviteit van dit onderzoek aan de hand van de onderzoeksvraag. De lijnen, letterlijke kaders om de werkplaatsen heen, waar ze niet overheen mochten zorgden voor overzicht en orde zonder dat ik streng hoefde te zijn. Hierdoor heb ik bepaalde leerlingen veel meer gesproken en gezien dan normaal. Deze lijnen kunnen ook bij andere lessen ingezet worden om, zonder veel fysieke moeite van de docent, voor meer orde te zorgen.

De beeldende werkjes van de leerlingen zijn niet allemaal artistieke hoogstandjes geworden maar wel het resultaat van plezier, enthousiasme, nieuwsgierigheid, experimenteren, leerling participatie en vrijheid. Dit zijn waardes die naar mijn idee een groot onderdeel moeten zijn van het onderwijs en bij leerlingen versterkt en aangewakkerd moeten worden door de manier waarop er lesgegeven wordt. Het Participatieve Kunstlokaal hoopt dit in de context van kunsteducatie te bereiken. Dit onderzoek was een ambitieus plan wat een beroep deed op mijn vermogen om te plannen en me aan te passen aan mijn werkomgeving. Dit lukte goed. Verder was het leerzaam om mee te maken dat een educatieve leeromgeving niet helemaal de rol van de docent en les over kan nemen. Mijn klassenmanagement is nog niet heel sterk en wanneer een klas alsnog heel chaotisch is kan het gevoel van veiligheid en de concentratie van rustigere leerlingen verstoord worden. Het is mijn verantwoordelijkheid dat dit niet gebeurt, er valt dus nog veel te winnen op het gebied van orde houden en een klas managen.

Als dit sterker is en het Participatieve Kunstlokaal verder ontwikkeld ontstaat er een formule die voor kwalitatief sterk kunstonderwijs zorgt. Er zouden meer lessen gedraaid moeten worden in het Participatieve Kunstlokaal om dit lokaal aan de hand van de onderzoeksvraag blijvend te perfectioneren. Dit om als kunstdocent in dienst de staan van de leerlingen en hun creatieve vermogen. Hierbij is ook gebleken dat Participatief Lesgeven vaker ingezet moet worden zodat de leerlingen hieraan wennen. Hiermee krijgen de leerlingen een verantwoordelijkheid waarmee ze zich meer betrokken zullen voelen met de les, leeromgeving en de invulling daarvan. Dit zorgt voor motivatie en enthousiasme, wat enorm belangrijk is voor goed onderwijs. Want wat heb je eraan als leerlingen geen zin hebben in de les? Creëer daarom een school en leeromgeving waar leerlingen naartoe willen.
“Hoe creëer je een leeromgeving die vmbo-scholieren enthousiasmeert voor het vak Kunst & Cultuur?”


Dit onderzoek is gestart aan de hand van de onderzoeksvraag:
Terug naar het begin.